Caroline Lamarche (Luik, 3 maart 1955) is een Belgische (Franstalige) schrijfster.
Ze brengt haar kindertijd door in Noord-Spanje en haar jeugd in de Parijse regio. Na een opleiding als romaniste geeft ze les in Luik en in Nigeria. Ze woont tegenwoordig in Vlaams-Brabant.
Ze is de auteur van zes romans, van gedichten, van korte verhalen, van radiohoorspelen, van toneelteksten en van een jeugdboek.
Werk
Le Jour du chien, Minuit, 1996, Prix Victor Rossel (De dag van de hond, Van Oorschot, 1999, vert. Rokus Hofstede)
La nuit l'après-midi, Minuit, 1998 (Night in the Afternoon and Other Erotic, Grove/Atlantic, 2000, vert. Howard Curtis)
J'ai cent ans, korte verhalen, Le Serpent à Plumes, 1999
L'ours, Gallimard, 2000
Lettres du pays froid, Gallimard, 2003
Entre-deux / Twee vrouwen van twee kanten, Le Fram, 2003, met Hilde Keteleer)
Carnets d'une soumise de province, Folio Gallimard, 2004
Karl et Lola, Gallimard, 2007
La Barbière, Les Impressions Nouvelles, 2007, ill. Charlotte Mollet
La Chienne de Naha, Gallimard, 2012
Mira, Les Impressions Nouvelles, 2013
La mémoire de l’air, Gallimard, 2014
Enfin mort, Le Cormier, 2014
Dans la maison un grand cerf, Gallimard 2017
La poupée de Monsieur Silence, ill. Goele Dewanckel, Fremok 2018
Nous sommes à la lisière, Gallimard 2019, Goncourt de la nouvelle.
Prijzen
Voor haar vroege verhalen krijgt ze diverse prijzen (Prix Radio France Internationale, Prix Fureur de Lire, 1994). De roman Le jour du chien (vertaald als De dag van de hond) wordt in 1996 bekroond met de Prix Victor Rossel, de voornaamste literaire prijs van Franstalig België. Voor haar radiohoorspel L'autre langue, over een Franstalige vrouw die Nederlands wil leren om de poëzie van Leonard Nolens te kunnen lezen, krijgt zij de Prix SACD op het Festival Phonurgia Nova (Arles 2003).